“Het leek me eigenlijk niets voor mij, de Dorpskamer. Maar een bekende was enthousiast, dus ik dacht, ik kijk eens binnen om te zien of ze er is. Ze was er niet, maar ik werd wel direct warm onthaald en vanaf toen was ik om. Het is hier zo gezellig, net een grote familie. Heel vertrouwd.
Vooral de spontaniteit viel me op. Zo van ‘Ga gezellig zitten. Koffie?’ alsof je elkaar al kent. En er was echt tijd voor mij. We hebben de hele middag gepraat.
Vanaf toen kom ik meerdere keer per week. En die spontaniteit is er altijd. Zo hadden we eens het idee om een scootmobiel race te doen. Laura, die hier werkt, riep direct, ‘doen we!’. Dat was echt lachen. Spontaan gekke dingen doen, dat kan hier gewoon. Een beetje leven. Niet zo in het gebaande pad. Van een polonaise tijdens de barbecue tot samen dansen in de regen en slap ouwehoeren.
Naast alle gekkigheid is er ook ruimte om je ei kwijt te kunnen. Juist op dagen dat ik me niet zo fijn voel, ga ik ook naar de Dorpskamer. Ik weet dat ze het direct aan me zien als er iets is, dan hebben we het erover en voel ik me opgelucht. Mensen begrijpen me ook. Er komen bijvoorbeeld meerdere dames die hun man zijn verloren en soms zijn we gewoon verdrietig. Dat mag hier allemaal.
Ik kan wel zeggen dat ik hier uit de sleur ben gekomen, echt mezelf kan zijn en meer rust heb gevonden. Alleen is ook maar alleen. Bij de Dorpskamer is het samen.”