In gesprek met:
Hetzelfde gold voor mij. Ik werkte als coördinator bij Stichting Cliënten Initiatieven en ik was heel nieuwsgierig naar de mensen. Vaak stelde ik de simpele vraag: waar word jij blij van? Ik wilde graag dat het vlammetje weer gaat branden bij mensen. Al snel had ik het idee om een grote bazaar te openen waar mensen zelf aan de slag mogen. Dat er een plek was voor iedereen, dat was mijn drive. Ik ging met het plan naar de gemeente en trof dezelfde wethouder als Janneke. Boodschap; geen budget. Het was te vroeg.
Ook Ine, die betrokken was bij de oprichting van de Stadskamer, liep in diezelfde tijd met een soortgelijk idee. Zij was oprichter van de Stichting Eigen Bedreivigheid, een opvang voor dak- en thuislozen en ze voelde dat het tijd was om mensen vanuit verschillende bubbels samen te brengen.
Dat zie ik ook om me heen. Iemand die een psychose heeft gehad werd onder behandeling gesteld en eigenlijk apart gezet van de familie. Als je iets mankeerde dan werd je in het verleden goed verzorgd ‘opgeborgen’. Hiermee leerden we minder omgaan met de mensen die anders zijn. Het is mooi als je hulp krijgt, maar je omgeving leert niet omgaan met het ongemak. We moeten echt weer leren dat iedereen anders is en anders mag zijn. We moeten erbij mogen horen. Iedereen is er dus iedereen hoort erbij
Als ik bij de Stadskamer in gesprek ga met een Syrische man die er compleet andere culturele ideeën op nahoudt wat betreft bejegening van vrouwen, dan vind ik het onze verantwoordelijkheid om het daarover te hebben. Je kan niet alle ongemak uit de weg gaan. De kloof tussen arm en rijk helpt ook niet mee. Daar ben ik me meer bewust van geworden sinds ik moeder ben. De verwachtingen die sommige ouders van hun kinderen hebben baren me zorgen. Alles draait om status. Je hoort erbij of je hoort er niet bij. Maar ik wil dat iedereen er, ongeacht opleidingsniveau, handicap of wat dan ook, bij hoort.
Bewust bezig zijn met herstel wordt steeds normaler, alleen nog niet voor iedereen. Mensen die het zich kunnen veroorloven gaan op retraite, naar een coach of ondernemen iets anders voor hun herstel. Maar niet iedereen heeft dat binnen handbereik. Wij willen met de Stadskamer juist een plek zijn waar iedereen kan herstellen op eigen voorwaarden. Dat hoeft niet in de trechter van de psychische zorg. Sterker nog, wij geloven dat die trechter z’n tijd heeft gehad. Het werkt niet als je het probleem laat oplopen, naar de huisarts gaat, dat die moet beslissen welke behandeling je nodig hebt en dat je dan in het circuit zit. We zien nu ook dat het niet langer haalbaar is. Zo’n beetje een derde van de Nederlanders heeft hulp nodig en het systeem barst uit z’n voegen. We moeten een ecosysteem creëren waarbij we verder kijken dan ‘het probleem’. Voor de een is een gesprek met lotgenoten voldoende, de anders heeft een praktische oplossing nodig en weer een ander kiest voor creatieve therapie. Er hoeft niets mis te zijn met een persoon, als het even niet loopt. De maatschappij is gewoon hard geworden en we moeten weer naar elkaar omkijken. We zijn opgevoed met het idee dat een specialist in de DSM kijkt en je kan zeggen wat je hebt, maar dat is lang niet altijd evidence based en gezien de wachtlijsten, werkt het ook niet altijd. Gelukkig hebben we steeds meer bewijs dat relaties, netwerk en andere vormen van samen herstellen gigantische impact kunnen hebben.